Plan het moment wanneer je het gras in de kuil wilt hebben
Laat je niet beïnvloeden door ’t mooie weer of de buurman!
Omdat de veldtijd van het gras korter wordt, is ‘t plannen van het juiste maaimoment voor de eerste grassnede zeer belangrijk. “Een halve of hele dag het gras te lang laten liggen, wil je eigenlijk niet. Helaas gaat het in de praktijk nog wel eens mis. Laat je niet leiden door het mooie zonnige weer of de buurman. Maar laat je leiden door de kwaliteit van het gras! Het maaimoment heeft te maken met factoren zoals de grashoeveelheid (hoeveelheid droge stof) en de datum van bemesten. Kies dan vervolgens een dag wanneer je het gras in de kuil wilt hebben. Doe dit niet andersom”, adviseert Gert-Jan Hegeman (Product Manager Voederwinning). Ga dan pas het maaimoment inplannen. Is het mooi drogend weer dan moet je korter van te voren maaien dan wanneer het minder drogend weer is. Afhankelijk van de weersomstandigheden en het inkuilmoment moet de veehouder bepalen of hij 24 of 36 uur van te voren moet gaan maaien. Overleg met de loonwerker… wanneer kan hij kan komen inkuilen? Er kan ook gekozen worden om bijvoorbeeld in delen te gaan maaien. Dus niet alles in 1 keer maar in 2 keer. Dat is wel iets meer werk maar aan de andere kant … van de 1e grassnede moet je het hele jaar voeren!
Maaihoogte van 6-7 cm en kneus niet te intensief
Een belangrijk advies (ook van ruwvoerspecialisten) is: Maai het gras op een hoogte van ca. 6-7 cm. Je krijgt dan een snellere hergroei. Het gras blijft beter doorgroeien (ook) wanneer er weinig regen valt. Bijkomende voordelen van hoog (6-7 cm) maaien in tegenstelling tot kort (3-4 cm) maaien is dat je de schudder en hark minder diep hoeft in te stellen. Er is dus minder kans op vervuiling. Dat is bij het maaien echt een belangrijk aandachtspunt. Pas de kneusintensiteit aan de omstandigheden aan. Hiermee heb je niet alleen invloed op het droogproces maar kun je tevens brandstof besparen. De weersomstandigheden en de verschillende grassoorten zijn belangrijke factoren die hierop van invloed zijn. Wanneer het sneldrogend weer is, hoef je minder intensief te kneuzen dan wanneer het minder drogend weer is. Heb je grassenbestand met relatief veel blad dan kun/moet je ook minder intensief kneuzen dan bij een erg stengelig gewas. En hoeveel gras staat erop? Staat er een flinke grassnede of een matige grassnede? Dat speelt allemaal mee.
Schud niet te vaak en denk aan de juiste (niet te diepe) afstelling
Ga niet zomaar schudden. Onderzoek eerst of het nodig is om te schudden en bepaal hoe vaak. Schud niet te vaak want dat gaat ten koste van de kwaliteit. Controleer of de afstelling van de schudder in orde is. Stel dit af op de maaihoogte die je hanteert bij het perceel waar je bent. Wanneer je op 7 cm hoogte gemaaid hebt, ga dan niet alsnog met de schudder door de grond wat weer vuil in het gras veroorzaakt. 
Iedere keer moet je kritisch kijken naar de instelling van de machine om het maximale resultaat te behalen. Het is ook mogelijk dat je bij bepaalde percelen waarbij het gras sneller droogt vanwege veel zonlicht en / of er minder gras groeit, er voor kiest om niet te schudden. Moet ik gelijk alle percelen maaien en schudden of verdeel ik dit over een aantal dagen. Denk daar over na. Het voordeel is dat je meer rust hebt bij het inkuilen omdat je het werk beter kan verspreiden en kan inplannen.
Omstandigheden bepalen of en wanneer je moet harken
Eigenlijk gelden de aandachtspunten voor het schudden ook voor het harken. Kijk naar de omstandigheden bij de eerste grassnede. Denk je dat het gras snel droogt, ga dan eerder harken. Let op de instelling en ’t moment. 
Met harken kun je vaak nog sturen qua droging. Op het moment dat je het in het zwad harkt wil dat niet zeggen dat het drogen stopt. In het zwad droogt het gras nog steeds. Heb je toch ‘vervuiling’ in het gewas zoals molshopen en/of mestresten en heb je vaste mest of compost gestrooid dan bevelen we aan om te kiezen voor een bandhark. De bandhark raapt het gras op, laat meer vervuiling liggen en wordt niet meegenomen de graskuil in.